×

Het tweede lichtpuntje zou het schilderij La Tempestà (Het Onweer, ca 1505) van de Italiaanse schilder Giorgione hebben kunnen zijn, als het niet zo verborgen was geweest.
Want wie kende dat schilderij? En als er een toeschouwer was, die het kende, begreep hij of zij dan de betekenis ervan als achtergrond van het toneelstuk?

Als regisseur heb ik mij tamelijk veel moeite gegeven om het schilderij een plek in het stuk te geven. We hadden een reproductie op ware grootte (78 x 82 cm) met een ‘antieke’ lijst. Nadat het was uitgepakt, werd het zichtbaar voor de toeschouwer op een plank tegen de muur uitgestald.
En in mijn inleidingen voor een geïnteresseerd publiek besprak ik het schilderij, zodat ook duidelijk werd welk tijdsdocument door Voltore als ruilhandel werd doorgegeven.
Ik hoop dat ik zélf niet teveel onzin heb doorgegeven, want het realistisch aandoende schilderij heeft een maniëristische, dus intellectualistische inslag en laat zich beslist niet gemakkelijk interpreteren.

Het hangt al 10 jaar bij mij thuis boven de schoorsteen.
Ik heb er vaak naar gekeken.
Wie zegt mij dat mijn kijk inmiddels de juiste is?

Hieronder is een kopie.

Herinner je dat Voltore, de advocaat in vuile zaakjes, het onder zijn arm droeg bij zijn eerste bezoek aan de ‘stervende’ Volpone. Dat hij spreekt als de bekende kunstkenner (door Volpone én Claus gehaat). Dat hij zegt dat het een “schets” van Giorgione is en een erfstuk van de familie. Dat hij spreekt van een “idylle vol vreemde voorgevoelens”, van een “compositie”, die “een van de meest ex-kwisiete en geraffineerde constructies van de meester” is. En dat hij over de “tussentonen” wil beginnen, waarop Volpone hem onderbreekt met: “Ja, ja, de tussentonen.” (p. 12)

Met andere woorden: hou op met je gewauwel.

Hoe ontkom ik zélf aan gewauwel?
Kan ik een directe beschrijving geven van wat ik zie?

Ik zie een naakte jonge vrouw met een kind aan de borst en een jonge man die de pas inhoudt en naar haar kijkt. De vrouw kijkt naar mij om aan te geven dat de situatie betekenis heeft. Ik zie bij haar geen spoor van schaamte, ik zie bij hem een onbevangen blik en geen spoor van voyeurisme.
Zijn geslacht is aanwezig, haar benen zijn ontspannen.
Is dit werkelijkheid?

De man en de vrouw: wat een schoonheid, allebei.

Ik zie op de achtergrond een stad, een middeleeuwse stad. De vrouw wordt in de rug afgeschermd van de stad door een boom en struikgewas. Híj heeft in de rug restanten van antieke architectuur. Moedwillig neergezet. Onhandige zuilen.

Centraal in het schilderij is een brug.
Later merk je dat het een houten brug zonder leuning (!) is.
Vóór de stad loopt een stroompje, die de man en de vrouw enigszins scheidt.
Vóór de brug heerst rust, er achter nadert een onweer.
Een bliksemschicht. Tegelijk (!) de maan?
Als je heel goed kijkt zie je een ooievaar op het schuine dak.

Ik zie achter de brug het beeld van de Middeleeuwen, vóór de brug dat van de Renaissance.
Achter de brug is de blik verticaal, gericht naar de dreiging van onweerswolken en bliksem. Bijgeloof. Angst voor de goden.
Vóór de brug is de blik horizontaal, op de mens gericht en ik, de toeschouwer, hoor erbij.
Mens, lichaam, aarde, natuur. Rust.

Dit is wat ik zie.

Ik zie een idylle met een boodschap.

Voltore zag een idylle vol vreemde voorgevoelens.
Waren het ook voorgevoelens over de afloop van zijn eigen handelen?

Giorgione is over de brug.
De dreiging is achter de rug.
Zijn Adam en Eva zijn zich van geen dreiging bewust.

Het is verbeelding.
Droombeeld.
Vizioen.

Vergeet het.

Vergeet dit niet.

Geef een reactie

Auteur

werkplaats@vrijdagtheater.nl

Ad Beukering (1942, Nijmegen) studeerde af in de Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Radboud. In 1981 richtte hij met Heleen van den Berg en Ankie van Bergen Het Vrijdagtheater Nijmegen op. In de Werkplaatsen aan de Groesbeekseweg 98 en de Derde Walstraat 98 voerden zij toneelstukken op met zeer goede amateurs en gaven zij toneelles en improvisatie. In 2014 kwam er een eind aan hun werk. Ad en Heleen wonen samen en hebben twee kinderen: Mira en Georges.

Gerelateerde artikelen

Bericht 8: Volpone (2) – Amaryllis liefdeslied

Het eerste wondermooie moment is de verschijning van Celia in een lichtstraal (I, 8). Helaas, het is geen werkelijkheid, het speelt zich...

Lees alles voor

Bericht 14: De Vossejacht (5) – Twee culturen: de Levant vs Venetië

In het werk van Claus is de botsing tussen twee culturen meermaals aan de orde. In De Vossejacht vindt de clash ook...

Lees alles voor

Bericht 15: De Vossejacht (6) – De twee-eenheid Nana – Volpone

Nu we zover gekomen zijn met ons onderzoek, zetten we enkele significante zinnen bij elkaar. Het gaat om het duo, het duet,...

Lees alles voor

Bericht 12: De Vossejacht (3) – Volpone’s voorspellende vizioen

I, 8: De verbeelding van Volpone (vervolg) Ik beschrijf de scène, detail voor detail: De schone ‘frêle’ Celia komt op, uiterst traag,...

Lees alles voor

Bericht 11: Gé Cimmermans – Gegroet

Fijn om over en van jullie wat te horen Dus gegroet. Een voornemen is om me de komende tijd te concentreren op...

Lees alles voor

Uit mijn Dagboek. Iets over Heleen en mij

Dinsdag 12 november 2024 Vanmorgen gingen Heleen en ik naar de ‘Stadswinkel’. Heleen moest haar paspoort verlengen. Ze had tevoren een paar...

Lees alles voor