Bericht 15: De Vossejacht (6) – De twee-eenheid Nana – Volpone
Nu we zover gekomen zijn met ons onderzoek, zetten we enkele significante zinnen bij elkaar. Het gaat om het duo, het duet, de twee-eenheid Volpone – Nana.
Vader en dochter. Hun verhouding is enigszins incestueus.
Als de moeder gestorven is, verruilen zij de Levant voor het Westen. Voortaan dragen zij twee culturen in zich, de bovenlaag is extreem patriarchaal, de laag er onder heeft duidelijk moederrechtelijke trekken.
Ik citeer (I,12):
(Volpone eet iets. Spuwt het uit. Nana komt bij hem. Eet en spuwt ook)
Nana Is papa treurig? Hij mag niet.
Pas op hoor of Nana lacht niet.
Volpone Nana, mijn lief, geblutst scharminkeltje.
Nana, mijn straf.
Je hebt de mond van je moeder. Een armemensenmond die meer kust dan eet, meer vraagt dan krijgt.
Wij waren arm als de mieren in het zand, je moeder en ik, en toen stierf ze. Anders was ik nooit uit Smyrna gevlucht, was ik nooit hierheen geraakt en veranderd in een goudkever met brokaten dekschilden en een steen in zijn hart.
Nana Een steen? Waar?
(Zij kijkt, legt haar hand op zijn hartstreek)
Hier, onder het haar?
Volpone Ja.
Nana Het is zacht als dons.
Je hart is een spons.
Opvallend: hij oordeelt dat er “een steen (zit) in zijn hart”; zij noemt het “zacht als dons.” Volpone heeft een dubbel hart.
Opvallend verder: “Nana, mijn straf.”
Straf. Hoezo? Draagt Volpone schuld aan het feit dat zij mismaakt is?
Ik citeer ook uit I,1:
Vaak lacht Nana mysterieus.
En:
Nana: Jou heb ik niet gezien. (d.i.: in mijn droom.)
Wel rooie Katrien.
Volpone: En wat deed zij in je droom?
Nana: Dat zeg ik niet.
Te veel verdriet.
“Te veel verdriet.” Waarom?
Omdat zij nooit, zoals Caterina, een vrouw zal zijn?
Ik denk het niet. Nana is niet jaloers op of verdrietig om Caterina. In het laatste bedrijf zit ze bij Caterina op schoot.
Het is verdriet om haar moeder, die er niet meer is.
En dat verdriet heeft nog een andere, een diepere oorsprong.
Haar naam is afgeleid van Innana.
De Babylonische godin van de vruchtbaarheid.
Van haar troon gestoten. Zoals Ishtar, Astarte, Cubele enzovoort.
Door de man. Een man, zoals Gilgamesj. Alleenheerser.
Zoals God, Jahweh, Mohammed.
De werkelijke erfzonde.
Innana kon ook doden.
Haar verre nazaat Nana ook.
Uit verdriet.
Uit verdriet neemt zij wraak.
Op de niets vermoedende man.
Met een dolk.
Ze vereffent een rekening, die al die eeuwen openstond.
(Met haar wraak doodt ze ook zichzelf.
Als Medea.)
– – – – – – – – – –
Klopt dit? Is dit de boodschap?
Ik weet dat Claus o.a. door het lezen van Frazer’s The golden Bough zeer goed op de hoogte was van de oude indo-europese culturen, en dat hij elementen daaruit veelvuldig heeft toegepast in zijn werk als een verborgen onderlaag.
Maar dan moet ik wel een nieuwe vraag oplossen: waarom verborgen? Waarom zó verborgen gebracht, dat met moeite iemand de betekenis ervan ontdekt?
Waarom niet uit de kast ermee, recht voor zijn raap?
Claus had ook Freud goed gelezen. Het onderbewustzijn hield hem mateloos bezig.
Het is een kwestie van realisme, hoe gek het in eerste instantie ook klinkt.
Het onderbewuste vervoert erfgoed uit de jeugd, maar ook uit lang vervlogen eeuwen.
Te beginnen op biologisch vlak. Zei Richard Dawkins, onlangs in een interview voor NRC, niet dat het junk-dna in onze genen belangrijke informatie bevat, weliswaar achter een code? Weliswaar vermomd?
We weten nu toch bij voorbeeld dat 3% van ons dna erfmateriaal is van de Neanderthaler?
Hetzelfde geldt voor ons culturele erfgoed. Materiaal eruit spookt rond in ons onderbewuste, schromelijk vergeten, moeilijk herkenbaar, vaak vervormd, ons soms uit de slaap houdend, vrijwel steeds verwaarloosd.
Wij dragen stukken uit ons verleden met ons mee.
Uit ons nabij verleden.
Uit een zeer ver verleden.
Dat is de realiteit.
Verklaart dit nu waarom Claus zijn boodschap in raadsels verpakt?
Nee. Ik ben nog niet waar ik zijn moet.
De boodschap van Claus komt niet uit het onderbewuste, het is een constructie.
Intellectueel bedacht.
Maar zo gemonteerd dat het uit het onderbewuste lijkt te komen.
Nana als het werkzame onderbewuste van Volpone.
Een geheimzinnige kracht.
Verminkt.
Verdrongen.
Onuitroeibaar.
Sluimerend.
Gestuwd door intuïtie, emotie.
Aan het slot komt Claus met een sleutel. Zeer ongewoon voor zijn doen. Blijkbaar toch bezorgd, dat het publiek zijn vizier onscherp heeft:
(Traag richt de dode Volpone zich op. Hij steekt de hand uit naar Nana.
Zij dansen samen een vertraagd menuet.)
In deze dans zijn man en vrouw gelijk.
Is dit een lichtpunt? Een reële mogelijkheid?
Of herinnert het aan de dodendans, populair in de 15de eeuw, de danse macabre, die uitdrukt dat voor de Dood alle mensen gelijk zijn?
Voor de dood? Niet voor ons?
– – – – – – – – – –
30 Oktober 2014: één van de laatste repetities. De concentratie! De première had al plaatsgevonden op 11 oktober. We repeteerden altijd door tot de laatste voorstelling.
Van links naar rechts / en van boven naar beneden: Gé Cimmermans, Thérèse Frankenhuis, Lotte Lentes – Wim Krabbendam, Rick Knops – Jeroen de Blij, Jeroen Helmer, Marion Makkinje – ik.
– – – – – – – – – –
Ik dacht: dit is een mooi slot. Tevreden, een beetje trots, stap ik op mijn fiets. Ik heb het voor vandaag verdiend. Hèhè, ontspannen nu.
Maar zo gaat dat niet. Gedachten zet je niet uit, of aan. Zij gaan door.
Ik dacht dus op de fiets: ik heb geschreven dat er in de gitzwarte context van Venetië twee lichtpuntjes waren. Maar zeer verborgen.
Maar Mosca dan, met Caterina? Zij vluchten samen, beiden weliswaar doodsbang beschuldigd te worden van de moord op Volpone (V.8), maar sluimert tussen hen niet ook iets van liefde?
Zij zeiden:
Mosca Je bent mijn Maria Magdalena.
Ik zal je voeten wassen.
Caterina Zeg zulke dingen niet.
(Stilte)
Je hebt het gehoord, ik ben niets dan bedrog en leugen en leegte.
(Stilte)
Als het kon, in een andere stad, in een andere tijd, zou ik jouw voeten wassen.
Vroeger zou ik schrijven: dit is een citaat uit de bijbel.
Bij deze gelegenheid schrijf ik: dit is een stukje religieuze ‘junk-dna’, met belangrijke informatie.
– – – – – – – – – – –
En dan moet, als 4de lichtpunt, ook de Grote Grap nog genoemd, die op naam komt van de Griffier. Omdat de testamenten van de drie vrekken tezamen ongeldig zijn, besluit hij de totale erfenis toe te doen komen aan de armen van Venetië.
Bravo!
Zou zoiets vandaag nog kunnen?
Auteur
werkplaats@vrijdagtheater.nl
Gerelateerde artikelen
Bericht 8: Volpone (2) – Amaryllis liefdeslied
Het eerste wondermooie moment is de verschijning van Celia in een lichtstraal (I, 8). Helaas, het is geen werkelijkheid, het speelt zich...
Lees alles voorBericht 14: De Vossejacht (5) – Twee culturen: de Levant vs Venetië
In het werk van Claus is de botsing tussen twee culturen meermaals aan de orde. In De Vossejacht vindt de clash ook...
Lees alles voorBericht 13: De Vossejacht (4), Giorgione’s La Tempestà
Het tweede lichtpuntje zou het schilderij La Tempestà (Het Onweer, ca 1505) van de Italiaanse schilder Giorgione hebben kunnen zijn, als het...
Lees alles voorBericht 12: De Vossejacht (3) – Volpone’s voorspellende vizioen
I, 8: De verbeelding van Volpone (vervolg) Ik beschrijf de scène, detail voor detail: De schone ‘frêle’ Celia komt op, uiterst traag,...
Lees alles voorBericht 11: Gé Cimmermans – Gegroet
Fijn om over en van jullie wat te horen Dus gegroet. Een voornemen is om me de komende tijd te concentreren op...
Lees alles voorUit mijn Dagboek. Iets over Heleen en mij
Dinsdag 12 november 2024 Vanmorgen gingen Heleen en ik naar de ‘Stadswinkel’. Heleen moest haar paspoort verlengen. Ze had tevoren een paar...
Lees alles voor