Uit mijn Dagboek. Iets over Heleen en mij
Dinsdag 12 november 2024
Vanmorgen gingen Heleen en ik naar de ‘Stadswinkel’. Heleen moest haar paspoort verlengen. Ze had tevoren een paar foto’s laten maken bij een professionele fotograaf.
Het maken van de vingerafdrukken was een heel karwei. De huid van oudere mensen is glad en heeft daardoor weinig profiel. Het scannen moest telkens overnieuw.
Vóór het plaatsen van de handtekening moest Heleen nagaan of alle gegevens correct waren ingevuld. Ze zei tegen de baliemedewerkster dat de voornamen bij haar weten in de verkeerde volgorde waren ingevuld. Het werd niet erg bevonden.
Al op de trap naar buiten merkte ik dat Heleen liep te snikken. Ik vroeg haar wat er was. Ze antwoordde dat dat kwam door het lezen van haar voornamen: Helena Adriana Josephina Maria. Ze riepen haar moeder op, haar opa en haar vader. Lenie, Janus en Jozef. En ineens voelde ze een groot verdriet omdat ze er niet meer waren. Ze huilde nog een tijdje en ik had heel erg met haar te doen.
Ze stak haar arm in de mijne, zoals we de laatste tijd doen als we wandelen. We krijgen langzaam moeite met het evenwicht, en gearmd heb je daar veel minder last van. Maar deze keer voelde ik dat ze blij was dat ze mij nog had. Ik weet: ik heb niet veel meer op deze wereld te doen, maar ik zorg voor haar, tot op het laatst.
In het eco-café dronken we een capuccino en een flat light. We zaten in de etalage, in dezelfde stoelen waar Heleen een paar dagen eerder met Georges had gezeten, met Simon op het krukje. Het is een heerlijke plek. Mensen lopen dicht langs het raam. Je kijkt uit op de Burchtstraat met aan het eind de Stevenstoren. Rechts tegenover je ligt het Kelfkensbos (kalfjes?). De herfstbomen kleuren prachtig en zijn nog lang niet kaal.
We praatten over de Stikke (steile) Hezelstraat, de Houtstraat, de Ganzenheuvel, de plek van haar jeugd. Het bombardement van 22 februari ’44. Heleen zat net drie maanden in de buik van haar moeder.
Haar jeugdjaren speelde ze tussen het puin.
Voor haar de gewoonste zaak van de wereld.
We liepen naar een juwelierszaak. Heleen wil graag een ringetje met een parel. Ze heeft van Mira en Georges, en Damiaan en Martijn oorbellen en een halskettinkje gekregen met een parel.
Nu nog zo’n ring.
Van mij.
(Maar niet iets van 500 euro. 100 Euro is genoeg. Straks komt er weer een kies aan, die getrokken en betaald moet worden, want ze wil geen leeg gat in haar mond.)
We hadden een van de fijnste dagen sinds lang.
Een doordeweekse.
Onverwacht.
Auteur
werkplaats@vrijdagtheater.nl
Gerelateerde artikelen
Bericht 9: Mailwisseling Linda Willems – Ad Beukering
Op 9 nov 2024 om 11:49 heeft Ad Beukering <werkplaats@vrijdagtheater.nl> het volgende geschreven: Dag Marion, dag Linda, Ik wil jullie iets vragen....
Lees alles voorVolpone, ofwel De Vossejacht (2)
Het eerste wondermooie moment is de verschijning van Celia in een lichtstraal (I, 8). Helaas, het is geen werkelijkheid, het speelt zich...
Lees alles voorVolpone, ofwel De Vossejacht (1)
Beste spelers, Ik richt me tot jullie, hoewel jullie er nog niet zijn. Misschien dat Fred in de buurt is, Gé zie...
Lees alles voorBericht 6: Jeroen Helmer’s triomfdag
Gisteren was er een samenkomst in het Natuurmuseum De Bastei in Nijmegen ter ere van Jeroen Helmer, die een boek heeft geschreven...
Lees alles voorBericht 5: Jacqueline Duynstee, …Om te zingen als Ophelia
(Reactie op Bericht 1: Aan de lezer) Graag kom ik een moment naast je zitten op dat bankje. Er zijn zoveel gedachten...
Lees alles voorBericht 3: Marga Girard, oud-cursist van Heleen, stelt zich voor
(Reactie op Bericht 1: Aan de lezer) Bonjour Ad en Heleen, Wat ontzettend waardevol deze familie geschiedenis. Bedankt Ad. Fijn om te...
Lees alles voor